Koran

 

De Koran zoals wij die nu kennen, kwam ongeveer 20 jaar na de dood van Mohammed tot stand.  

Bij Mohammeds dood was er nog geen volledige verzameling van alle door hem overgebrachte woorden van Allah.   

Wel waren er een aantal personen die al het door Mohammed gereciteerde uit hun hoofd kenden en die door herhaaldelijk reciet de verbreiding daarvan bevorderden. 

Men noemde hen qoerra’, koranreciteerders.   

Daarnaast waren er een groot aantal personen die min of meer grote gedeelten in hun geheugen hadden, terwijl de meeste volgelingen van Mohammed m.n. onder de bedoeïnen hoogstens één of twee verzen zich te binnen konden brengen.  

Bovendien waren er de aantekeningen van de schrijvers van Mohammed en die van diverse particuliere personen in Mekka en Medina.  

Het is begrijpelijk dat al spoedig verschillende personen die het grote belang inzagen dat er voor de moslimse gemeenschap gelegen was in het in stand houden van de kennis van Mohammeds openbaringen, trachtten het aanwezige materiaal te verzamelen en schriftelijk vast te leggen. De traditie weet dan ook van niet minder dan 5 verzamelingen te spreken, die kort na Mohammeds dood werden aangelegd voor particulier gebruik. Het waren die van Aboe Moesa al-Asch’ari, Miqdad ibn Aswad, Oebay ibn Ka’b, Abdallah ibn Mas’oed en Zaid ibn Thabit ...   

De collectie van Zaid ibn Thabit (had) aanvankelijk geen enkel meerder gezag dan de overige collecties en was zeker niet bestemd als een officiële uitgave van de voorhanden openbaringen van Mohammed. 

(Prof. Dr. D.S. Attema, De Koran - zijn ontstaan en zijn inhoud)  

Na twisten over welke koran-versies de openbaringen aan Mohammed met meest correct weergaven, gaf de derde kalief Othman opdracht tot het samenstellen van een officiële codex.  

De kalief besloot ... een commissie in te stellen, die een officiële uitgave van de openbaring moest voorbereiden. O.a. had daarin zitting de zojuist reeds genomde Zaid ibn Thabit.  

De commissie nam als uitgangspunt voor haar werkzaamheden de soehoef van Zaid ibn Thabit ... De daarin vervatte recensie werd zorgvuldig herzien. Op verschillende plaatsen werden correcties aangebracht en voor zover men nog niet opgenomen teksten wist te bemachtigen, werden deze toegevoegd.  

Voor men een tekst definitief opschreef, zorgde men bij ter zake kundigen te informeren of men de juiste lezing voorstond.  

Toen alles gereed was ... liet Othman van het origineel een aantal afschriften maken, waarvan hij een exemplaar zond naar de vier belangrijkste steden van het kalievenrijk Mekka, Damascus, Kufa en Basra.  

Othman beval voorts de vroegere verzamelingen en de fragmenten van koranteksten op palmstengels, schouderbladen en ander materiaal met vuur te verbranden. Hoewel de traditie vermeldt dat dit bevel stipt werd nagekomen, moeten wij, gezien de moeilijkheden die later ontstonden, wel aannemen dat velen de exemplaren die zij van vroegere recensies of delen daarvan bezaten, achterhielden om ze, zodra de tijd hiervoor gunstig was opnieuw te gaan gebruiken.

 De officiële recensie van Othman bracht dan ook niet de eenheid die men ervan verwacht had.

 (Prof. Dr. D.S. Attema, De Koran - zijn ontstaan en zijn inhoud)